"All music is folk music. I ain't never heard no horse sing a song" Louis Armstrong

dinsdag 28 april 2015

Spiro, Welcome Joy and Welcome Sorrow

Onder de titel Welcome Joy and Welcome Sorrow, geïnspireerd op een gedicht van John Keats, presenteerde het uit Bristol afkomstige kwartet Spiro onlangs het nieuwe album. Men heeft zich door de jaren heen in experimentele, door folk beïnvloede akoestische muziek gespecialiseerd. Het kwartet bestaat uit Jane Harbour (viool), Alex Vann (mandoline), Jason Sparks (piano, accordeon) en John Hunt (gitaar, cello). Het gezelschap heeft een diverse achtergrond. De leden waren in het verleden zowel binnen de post punk, folk als klassieke muziek actief. Binnen hun werk spelen repeterende patronen een grote rol. De link naar de minimal music van bijvoorbeeld Steve Reich en Phillip Glass is dan ook snel gelegd. Een verwijzing naar min of meer vergelijkbare bands als Pinguin Cafe Orchestra of Arlet ligt tevens voor de hand. De zich herhalende muzikale patronen bewegen op Welcome Joy and Welcome Sorrow langs elkaar als wolken aan de hemel.


Het album kent met I Am The Blaze On Every Hill een vliegende start, waarbij de viool van Harbour het initiatief neemt. Van het vervolgens welhaast jubelend klinkende Blythe High Light kan ik maar geen genoeg krijgen. De instrumentale muziek doet duidelijk een beroep op de verbeeldingskracht. Het euforische beeld van een plotse zonsdoorbraak met op de achtergrond een inktzwarte hemel laat mij niet meer los. Met beeldende titels als Flying In The Hours Of Darkness en Folded In The Arms Of The World doet men ook zelf een stevige duit in het zakje. Met het energieke Burning Bridges laat het gezelschap zich, net als op de rest van het album, als ware waaghalzen kennen. De prachtige door accordeon gespeelde melodie wordt vergezeld van repeterende patronen die de luisteraar als in een woeste maalstroom meesleurt. Het beweeglijke One Train May Hide Another mag zich tevens tot mijn favoriete stukken rekenen.


Naast dynamiek is er op Welcome Joy and Welcome Sorrow ruimte voor fraai ingetogen stukken als Thought Fox en The Still Point Of The Turning World. De langzame maar zekere bewegingen van de planeten, zoals deze in een planetarium zijn te zien, inspireerde tot het even sierlijke als serene Orrery.

Spiro brengt met Welcome Joy and Welcome Sorrow een album vol met de uiterst levendige muziek. Men maakt hierbij meesterlijk gebruik van dynamiek, licht en donker. De nauwgezet opgebouwde stukken zijn zonder uitzondering schitterend gespeeld.


Hans Jansen

Website http://www.spiromusic.com/newsite/?audio=1746-2
Release datum 13 april Real World Records

donderdag 23 april 2015

Video Da Fishing Hands van Inge Thomson

Een paar weken geleden verscheen van de Schotse Inge Thomson het bijzonder fraaie album Da Fishing Hands.


 
Thomson woont op het afgelegen Schotse Fair Isle. Het eiland ligt tussen Shetland en de Orkney-eilanden. Het bekijken van kaarten die de plaatselijke visgronden in beeld brengen inspireerde Thomson bij het tot stand komen van haar nieuwe album Da Fishing Hands (De Visgronden). Het deed haar beseffen dat deze kaarten voor de eilandbewoners van grote culturele betekenis zijn en hoe de veranderingen in het milieu (o.a. overbevissing) van invloed zijn op alle aspecten van het leven op het eiland. Met haar nicht Lise Sinclair werkte zij aan het project. Helaas overleed Sinclair voordat het project was afgerond. Samen met de musici Sarah Hayes (fluit en zang), Fraser Fifield (saxofoon, fluit en kaval), Steven Polwart(gitaar en zang), Graeme Smillie (bas) nam zij het album in één lange sessie op.


BBC Folk Awards 2015

De BBC Folk Awards 2015 zijn gisteravond uitgereikt aan o.a. onderstaande artiesten. Eigenwijs als ik ben vermeld ik tevens mijn eigen keuze.

Duo.
Josienne Clarke & Ben Walker.


 
Mijn keuze.
McNeill & Heys.


 
Traditional Track.
The Gloaming, Samhradh Samhradh.


 
Mijn keuze.
Ewan McLennan, The Shearing


 
Horizon Award.
The Rails.


 
Mijn keuze.
Ange Hardy.


 
Best Album
9 Bach, Tincian.


 
Mijn keuze.
The Gloaming, The Gloaming.


 
Best Group.
The Young ‘Uns.


 
Mijn keuze.
The Gloaming.


 
Folksinger Of The Year.
Nancy Kerr.


 
In deze keuze kan ik mij geheel vinden.

donderdag 16 april 2015

Olivia Chaney, The Longest River


Ruim vijf jaar geleden ontdekte ik via My Space de bijzondere stem van Olivia Chaney. Meteen werd ik hongerig naar werk van haar hand. De afgelopen jaren werden mij kleine brokjes van haar werk gevoerd door middel van het Oak Ash Thorn project waarop Chaney samen met artiesten als Fay Hield, The Unthanks en Sam Lee te horen was. Het eveneens uit 2011 stammende album Revenge Of The Folk Singers bevatte werk van haar hand. Hier werkt ze samen met o.a. Alasdair Roberts, Mairi Campbell en Jim Moray. Drie jaar geleden werd mijn geduld met de komst van de titelloze EP gedeeltelijk beloond. Onlangs kwam aan het lange wachten een eind en werd het debuut The Longest River mij eindelijk in de schoot geworpen.
 

Olivia Chaney werd in 1982 in Florence geboren. Ze groeide op in Oxford, Engeland en studeerde muziek (compositie, piano, cello en zang). Vroege invloeden zijn o.a. blues en folk songwriters afkomstig uit de muziekcollectie van haar vader. Artiesten als Bob Dylan, Fairport Convention en Bert Jansch speelden al op jeugdige leeftijd een rol in haar leven. Aanvankelijk richtte Chaney zich tijdens haar studie op het klassieke repertoire, later verdiepte zij zich in de jazz. Tevens leerde zij zichzelf gitaar en harmonium spelen. Wat mij een paar jaar geleden meteen trof was haar prachtige stem. Met haar door en door Engels klinkende stem brengt ze haar werk kalm en soeverein. Ik verwachtte dat het Engelse Topic label haar direct zou inlijven. Oliva Chaney koos echter voor het Amerikaanse Nonesuch. Wat carrière perspectieven betreft wellicht een verstandige keuze.

Samen met producer Leo Adams, (o.a. David Byrne, Brian Eno en de Smoke Fairies), nam Olivia Chaney haar debuutalbum The Longest River op. Het album is een fascinerende mix van traditionals, covers, zelfgeschreven werk en een enkel klassiek stuk. Het album opent met het ooit door Cecil Sharp opgedoken False Bride. Stem, akoestische gitaar en een mooi klein gehouden strijkersarrangement bepalen het geluidsbeeld. Even verderop voert ze het van harmonium vergezelde Waxwing van collega Alasdair Roberts uit. Ook het door de Chileense Violeta Parra geschreven La Jardinera vindt inclusief fraaie Spaanse gitaar een plek op het album. Verder vraagt Olivia Chaney door middel van Henry Purcells There Is No Swain aandacht voor de klassieke muziek. Haar jazz achtergrond schemert volop door met Blessed Instant. Binnen dit door de Noorse vocalist Sidsel Andresen geschreven stuk schittert de stem van Olivia Chaney in al zijn facetten. Deze dame kan alles.


Olivia Chaney laat met haar zelfgeschreven werk zonder enige terughoudendheid de invloed van Joni Mitchell naar de oppervlakte drijven. Net als Mitchell heeft Chaney het hart op de tong. Zonder schroom laat ze de luisteraar via haar teksten delen in haar persoonlijke ervaringen en twijfels. Alles op dit album is erop gericht om de emoties zo direct mogelijk op de luisteraar over te brengen. Zonder uitzondering ontroeren de zelfgeschreven stukken en troosten deze tegelijkertijd. Met het kippenvel verwekkende Holiday verwoordt Chaney het onbedoeld zelf het beste: “She’s a Goddes, she calms you down.”

Olivia Chaney presenteert zich met The Longest River als één van de belangrijkste talenten van de Britse folk. Deze vrouw groeit toekomstig uit tot één van de echt grote artiesten.


Hans Jansen

Website http://www.oliviachaney.net/
Releasedatum 28 april 2015 Nonesuch
 

zaterdag 11 april 2015

Norah Rendell, Spinning Yarns

Dit jaar ruim ik een aantal muzikale vooroordelen op. Eén daarvan was: de fluit binnen (folk) muziek. Jarenlang sloeg ik albums met fluit steevast over. Het album Da Fishing Hands van de Schotse Inge Thomson genas mij onlangs van mijn vooringenomenheid. Het instrument is op dat album, gecombineerd met verrassend moderne arrangementen, juist zeer op zijn plek. Alsof de duvel ermee speelt kreeg ik onlangs het album Spinning Yarns van de Canadese Norah Rendell in handen. Rendell heeft de afgelopen vijftien jaar met verschillende ensembles gewerkt. Het meest bekend is zij wellicht van de formatie The Outside Track. Op haar nieuwe album Spinning Yarns bespeelt zij de fluit, whistle en harmonium. Ze heeft zich gespecialiseerd in traditionele volksliederen en dansmuziek. De liederen zijn door emigranten uit Ierland, Schotland en Engeland naar Canada meegenomen. Op het door haar zelf geproduceerde album laat zij zich bijstaan door haar man Brian Miller (gitaar, bouzouki, mandola en vocalen), Randy Gosa (gitaar en mandola), Ailie Robertson (harp) Dáithí Sproule (gitaar) en Adam Kiesling (bas).


Als vroege twintiger verkeerde Norah Rendell binnen folk kringen in Vancouver. De Ierse muziek kon in het bijzonder op haar warme belangstelling rekenen. Zowel de melodieën als ritmes spraken haar aan. Op zoek naar de bron vertrok ze naar Limerick, Ierland alwaar zij zich twee jaar in de plaatselijke muzikale wereld onderdompelde. Terug in Canada brachten diverse omzwervingen haar in contact met de traditionele muziek scène van o.a. Ottawa, Quebec, Nova Scotia en Newfoundland. Een selectie van door haar verzamelde stukken vindt nu een plek op  Spinning Yarns inclusief bronvermelding en uitgebreide introductie.

Norah Rendell vertaalt het materiaal met veel gevoel voor de traditie naar de huidige tijd. Ze hanteert hierbij het uitgangspunt dat de vaak eeuwenoude verhalen ons tevens het nodige over het hedendaagse leven vertellen. Rendell kan hierbij zowel op de glasheldere instrumentatie van haar begeleiders als op haar eigen prachtige stem vertrouwen. Naast dit gegeven waardeer ik een andere kant bij het opnieuw interpreteren van dergelijk traditioneel werk. Volksliedjes zijn doorgaans via de orale traditie verspreid. Niet zelden zijn herbewerkingen aangepast aan de actualiteit. Zo is The Pinery Boy, het verhaal van de smartelijk verdronken vlotter, een door Canadese houthakkers vervaardigde herbewerking van het bekende The Sailor Boy afkomstig vanaf de Britse eilanden. Het album biedt verder plaats aan o.a. zeemanslied The Sailor’s Bride, het breed opgezette Sir Neil and Glengyle en het over een gebroken hart verhalende When I Awake In The Morning. Het romantische Pretty Susan steelt met zijn eenvoudige instrumentatie en prachtige Ierse melodie uiteindelijk met het grootste gemak mijn hart.


Met Spinning Yarns presenteert Norah Rendell twaalf liedjes veelal afkomstig uit zeldzaam archiefmateriaal. Met het verkennen en vastleggen van de traditionele muziek van haar geboorteland toont Rendell zich conservator en tevens  begenadigd vertolkster van deze muziek.


Hans Jansen

Website http://norahrendell.com/
Releasedatum 13 april 2015 Two Tap Music
 

woensdag 8 april 2015

O'Hooley & Tidow, Just A Note

Afgelopen jaar bracht het Britse duo O’Hooley & Tidow het derde album The Hum getiteld uit. Met The Hum zetten O’Hooley & Tidow een volgende stap. Perfect harmoniërende stemmen, piano en accordeon bleven van belang. Nieuw waren o.a. de gierende en striemende vioolarrangementen plus inventieve percussie van multi-instrumentalist en producer Gerry Driver.

 
Ewan MacColl schreef Just A Note. Het verhaalt over de ontberingen van grondwerkers die ooit de snelweg M1 aanlegden.

Waar anderen nieuwe elementen soms als extra toefjes slagroom toevoegen, verwerkten O’Hooley & Tidow deze op The Hum als vanzelfsprekend. Met hun perfect vervlochten stemmen en buitengewone muzikaliteit blijven O’Hooley en Tidow één van de meest boeiende duo’s in de hedendaagse folk scene.

vrijdag 3 april 2015

Inge Thomson, Da Fishing Hands

De Schotse accordeonist en zangeres Inge Thomson is vooral bekend van het Karine Polwart Trio. De afgelopen jaren dook zij in mijn muziekcollectie op via albums van o.a. Ewan McLennan en Kirsty McGee. Daarnaast heeft Thomson een solocarrière. Vijf jaar geleden debuteerde zij met het album Shipwrecks & Static. Thomson woont op het afgelegen Schotse Fair Isle. Het eiland ligt tussen Shetland en de Orkney-eilanden. Het bekijken van kaarten die de plaatselijke visgronden in beeld brengen inspireerde Thomson bij het tot stand komen van haar nieuwe album Da Fishing Hands (De Visgronden). Het deed haar beseffen dat deze kaarten voor de eilandbewoners van grote culturele betekenis zijn en hoe de veranderingen in het milieu (o.a. overbevissing) van invloed zijn op alle aspecten van het leven op het eiland. Met haar nicht Lise Sinclair werkte zij aan het project. Helaas overleed Sinclair voordat het project was afgerond. Samen met de musici Sarah Hayes (fluit en zang), Fraser Fifield (saxofoon, fluit en kaval), Steven Polwart (gitaar en zang), Graeme Smillie (bas) nam zij het album in één lange sessie op.

 
Sommige albums zijn een echte uitdaging. Voor mij was Da Fishing Hands een dergelijk album. Vooral de vocalen ervoer ik in eerste instantie als een drempel. De stem van Thomson beschouwde ik aanvankelijk als te lief en te zoet. Na verloop van tijd werd mijn oorspronkelijke indruk ingeruild voor waardering wat de diversiteit van de vocalen betreft. Daarnaast blinkt Da Fishing Hands uit door zijn vindingrijke instrumentatie.

Het album opent met Here We’ve Landed waarin de thuiskomst van zee bezongen wordt. Godzijdank is het een veilige thuiskomst, iets dat door lijkt te sijpelen binnen de opgetogen klinkende instrumentatie. Het instrumentale Wind and Weather wordt vervolgens aan The Fisherman and The Sea gepaard. De stem van Inge Thomson voert samen met Sarah Hayes moeiteloos verschillende gemoedstoestanden op. De ruimtelijk klinkende fluit en saxofoon onderstrepen het soms problematische vissersbestaan. Daarnaast lijken smaakvolle elektronische effecten het peilloze onderwaterleven tot leven te wekken. Met dit stuk heeft de luisteraar meteen een van de hoogtepunten van het album te pakken.
 

De accordeon van Thomson kleurt The Snowstorm. De titel verwijst niet naar winterse omstandigheden maar naar het opstijgen van zwermen zeevogels. Het moet van eenzelfde plotse overweldigende witheid zijn als van een sneeuwstorm. Het van een aanstekelijke melodie profiterende Paper Sea boeit meteen. Het koortje bijt zich in je vast, de vocalen doen wat klankkleur en ritme betreft wel wat aan het werk van Laurie Anderson denken. Laat vissers niet aan een alles verzwelgende bureaucratie ten onder te gaan is de verzuchting. Ook op East O’Buness komt, naast accordeon, de stem van Thomson volop tot zijn recht. Het breed uitgesponnen stuk mondt uit in eenzelfde gelaagde veelkleurigheid als The Fisherman and The Sea.

Na aanvankelijke twijfel leerde doorluisteren mij de schoonheid van het album Da Fishing Hands kennen. Rest mij te zeggen dat dit originele en verfrissende album schitterend is verpakt. Vormgeving en inhoud vallen fraai samen.


Hans Jansen

Releasedatum 23 maart 2015 Inge Thomson Records